Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Olijfboom (Olea europaea)
De wilde olijfboom (Olea europeae var oleaster of sylvestris) is een laagblijvende struik met doornige, vierkantige takken. De bladeren zijn breder, maar kleiner dan die van de cultuurvorm.
De gecultiveerde olijfboom (Olea europeae var sativa) is een traaggroeiende loofboom die ongeveer 10 meter hoog wordt. Kenmerkend zijn de vaak grillig gevormde, vaak gespleten stammen van de oude bomen. Deze vorm wordt veroorzaakt door een schimmel die zich in de schors nestelt (polyporus fulvus var olea). De aangetaste plekken worden uit de boom gesneden waardoor de vorm van de stam steeds grilliger wordt.
De bladeren zijn groen en lijken op een wilgenblad. De onderzijde is zilverachtig glanzend en behaard. Dit maakt de boom bijzonder hitte- en zonbestendig.
De vruchten bevatten veel olie. Deze olie wordt van oudsher uit de vruchten geperst. Olie van de eerste persing heeft de hoogste kwaliteit en wordt als spijsolie gebruikt. Olie van de tweede en derde persing wordt gebruikt in de zeep- en parfumindustrie. Het hout is zeer hard en daarom geschikt voor meubels en houtsnijwerk.
Olijfbomen kunnen zeer oud worden. Ze zijn dan ook symbool van geduld, vrede, rust en onsterfelijkheid.
Kenmerken van het geslacht Olijf (Olea) waartoe Olijfboom behoort.
Een geslacht dat voorkomt in gematigd warme gebieden en tropische gebieden. Het zijn altijd groene bomen en struiken met kleine, overstaande, ongedeelde bladeren. De vrucht is een steenvrucht.